Ongemakkelijke ontmoetingen

mei 2017

Soms denk ik dat ik Frans zie, een gepensioneerd ingenieur. We zijn niet echt vrienden, maar wel iets meer dan kennissen. Hij komt in de verte aanrijden op zijn racefiets, of staat te wachten op de trein. Onder de kale schedel met de twee grijswitte plukjes verwacht ik zijn vriendelijke ogen en een belangstellende vraag. Maar als ik me klaarmaak voor een vrolijke groet zie ik het gezicht van een ander. En dan weet ik het weer - Frans is er niet meer.

Grote hoeveelheid eitjes op een bakplaat
Laatst dacht ik dat ik Malika zag, lid van een vermaard muziekgezelschap. We zijn niet echt kennissen, maar ik heb de meeste musici van het gezelschap wel eens de hand geschud. Ze zit in de ontbijtzaal van een hotel. In mijn gedachten transformeren de opgestoken haren van haar buurvrouw in die van een bekend fagottiste. Stil lach ik om mezelf: wat een verbeeldingskracht!

Dan schuift er een bekende schrijver door mijn blikveld. Ik verslik me bijna in mijn sinaasappelsap: Malika en haar collega’s zijn hier echt! Ontspannen ontbijten zit er nu niet meer in. De kans is klein, maar wat moet ik zeggen als iemand me herkent? Ik wist niet eens dat ze hier waren, laat staan dat ik naar de voorstelling ben geweest. Ze zullen toch niet denken dat ik hen als groupie achterna reis?

Zo onopvallend mogelijk eet ik mijn broodje, terwijl alle bekende gezichten uit het orkest om mij heen fourageren en de schrijver nog een paar keer koffie haalt. Ik kies een rustig moment en loop in twaalf lange stappen de eetzaal uit. In de lift staat, onontkoombaar, de manager van het gezelschap. "Goedemorgen", zeg ik zo neutraal mogelijk, en wacht wat er komen gaat.

De deur gaat dicht. De lift zoeft. En stopt op de gewenste verdieping. "Goedemorgen."

gerelateerde berichten: stemmige omgeving - verleiding